woensdag 11 maart 2015

Lekker kleuteren?!?

De afgelopen tijd zie ik het op mijn Twitter tijdlijn en Facebook nieuws regelmatig langskomen: laat kleuters toch kleuteren! Wat fijn dat er juffen en meesters zijn die zich inzetten, door blogs, kranten en sociale media, om het kleuteronderwijs minder stijf en minder prestatiegericht te maken. Dat ze zich hard maken voor genoeg spel, genoeg eigen initiatief van kinderen, genoeg onderwijs wat kijkt naar de ontwikkelingsbehoeften van een kind en zéker niet af gaat op wat de Cito-toets van je kind zal vragen in februari of juni. Want we willen onze kinderen, onze kleuters, gewoon lekker laten spelen en ontwikkelen op hun eigen tempo, op hun manier!

En toch ben ik ook een van de mama's die deze stukjes altijd leest met een 'ja maar' in haar achterhoofd. Ja maar... Wat als je kind niet meer alleen wil spelen. Wat als je kind in haar spel zo ontzettend veel en snel leert. Wat als je met tegenzin opkijkt naar de komende jaren waarin ze eigenlijk zou moeten gaan leren, maar waar je kind een groot deel van de lesstof zichzelf al eigen heeft gemaakt. Wat als je kind zelf met tegenzin elke dag die leuke, speelse, gezellige kleuterklas binnengaat. Wat als je kind elke dag thuiskomt met de verhalen over wat er mis ging, waar het tegenviel, waarin je in al haar woorden terughoort dat ze zoveel mist. Wat als je kind boos is en verdrietig, maar je er niet achter komt waardoor ze steeds zo gefrustreerd is thuis, terwijl juf zo lovend is over je lieve, hulpvaardige meisje. Wat als je dat lieve meisje niet meer kunt vinden...


Dan lees je de stukjes over 'laat een kleuter toch lekker kleuteren' en vraag je je af: Doe ik dan iets verkeerd? Gelukkig valt het mee, want nee, we doen niets verkeerd. Alleen de nuance ligt de laatste tijd zo sterk op het 'laten spelen' van de kleuters, dat we misschien met elkaar missen dat kinderen van nature al spelen. We hoeven hen daarbij vaak weinig te helpen, misschien alleen een veilige, speelbare plaats bieden. Maar wat we boven alles moeten blijven doen, is kijken naar het individuele kind. Want als we dat niet doen, kan 'laten spelen' net zo'n valkuil worden als 'prestatiegericht onderwijs'. Voor sommige kinderen is juist de uitdaging zo belangrijk, is het van uiterst belang dat ze niet alleen hun eigen keuzes maken, maar dat hen soms wat meer wordt gevraagd. Voor andere kinderen is meer vrijheid nodig, om zelf tot ontwikkelingskansen te komen en zich rustig te ontplooien. Zo heeft elk kind z'n eigen paadje, elk kind z'n eigen kansen, elk kind z'n eigen tempo in ontwikkeling.

Als we dat blijven doen, elk kind als eigen persoon benaderen, met eigen mogelijkheden en eigen kansen, dan is het ook mogelijk om voor elk kind een eigen pad te kiezen. Voor de één met meer spel, voor de ander met meer uitdaging. En voor mijn meisje, dat zich helemaal niet meer thuis voelde in haar leuke, speelse, gezellige kleuterklasje? Voor haar is groep 3 nu haar eigen pad, en dat past haar. Niet omdat we prestatiegericht zijn, maar omdat we kindgericht zijn. Dat is het allerbelangrijkste!

donderdag 9 oktober 2014

Straf

Oef, wat klinkt dat streng hè, zo'n woord? We horen het weinig meer. Het liefst willen we onze kinderen alleen belonen, aanmoedigen, in de juiste richting helpen, sturen. Natuurlijk, maar wie wil dat nou zelf ook niet? Alleen van je baas horen wanneer het goed gaat, waar je kan groeien, hoe het verbeterd kan worden. Van je partner horen wat een geweldig persoon je bent, zonder iets wat veranderen kan. Maar wanneer we iets fout doen, gewoon écht fout, volstrekt niet wat er gevraagd werd, of iets wat een ander kwetst, om wat voor reden dan ook, dan willen we het eigenlijk liever niet weten. We willen niet horen dat we iets verkeerd doen.

Dat betekent niet, dat die momenten niet waardevol kunnen zijn. In tegendeel, ik geloof dat je, als kind of volwassene, heel veel leert van een moment van zelfreflectie wanneer het fout gaat. Het gaat hier niet om het aanleren van een schuldgevoel ('ik ben slecht, ik kan dit niet'), maar wel van berouw ('ik doe iets verkeerd, ik moet het anders doen), terugkijken, omkeren, veranderen, aanpassen, en anders verder gaan. Persoonlijk weet ik dat ik die momenten nodig heb. Ze voelen niet fijn, niet het meest comfortabel, niet vol begrip en medelijden. Nee, ze zijn soms hard en moeilijk. Maar met iemand naast je, die je bemoedigd en zegt dat je het wel kunt veranderen, dat het beter kan, dan hef je je hoofd weer op!

Zo zie ik soms mijn kleine meisjes. Het zijn niet de momenten waarop ze boos en gefrustreerd zijn en niets met zichzelf kunnen beginnen. Dat zijn vaak momenten waarop troost en nabijheid veel beter werken, omdat ze al 100 % door hebben dat het verkeerd gaat. Nee, het zijn die momenten waarop ze, na waarschuwing, tóch de ander met die schep voor hun hoofd slaan. Die keer dat ze omkijken, je aankijken en lachen, en dan tóch op het behang tekenen. Dat moment waarop ze mijn 'nee' of juist mijn aanwijzing compleet negeren, volledig in de wind slaan, en zich niet laten beïnvloeden door iets van wat ik zeg. Dit zijn voorbeelden van jonge kinderen, waarbij ze moeten leren wat juist is en onjuist. Mijn kleine grietepiet laat zich dan niet van haar pad brengen door mijn woorden, en dan krijgt ze straf. Erg hè? Heel onbegripvol lijkt het misschien. Maar het is het beste wat ik voor haar kan doen. Ze zal moeten leren dat er gedrag is wat fout is, niet kan, absoluut over de grens gaat, en soms kan ze dat alleen leren door iets wat haar raakt. Bij ons is dat de hoek, bij een ander een stoeltje, de gang, de kinderstoel, noem maar op. Maar op het moment dat ze daar staat en tot zichzelf komt, zie ik hetzelfde in haar ogen wat ik bij mezelf soms voel op die momenten: berouw, terugkijken, omkeren, veranderen, aanpassen, en anders verder gaan. Nee, dat vindt ze niet fijn. Dat kan zelfs pijn doen, dat begrijp ik maar al te goed. Maar het maakt een wezenlijk verschil in je leven, wanneer je leert om berouw te hebben, leert om te keren en anders verder te gaan.

Ik zie allerlei onderzoeken langskomen. Eerst ging het over de corrigerende tik, toen over het strafhoekje, de time-out, noem maar op. Men zegt dat het verkeerd is, om je kind iets te leren met een consequentie die kinderen soms raakt. Dat mag men vinden, maar ik denk dat we allemaal juist gevormd en gemaakt worden door die momenten. Vanuit Bijbels oogpunt zie ik dat heel duidelijk! Ik ben hier niet op deze wereld om heel erg 'mezelf' te worden, vanuit mijn eigen idee, vanuit mijn wil, vanuit mijn emoties, vanuit mijn gevoel van eigenwaarde wat ik uit mijzelf probeer te halen of uit wat ik doe. Ik ben Zijn kind, door Hem bedacht en gemaakt. Hij weet precies hoe ik het beste 'mezelf' kan worden, en dat is niet door mijn gevoel of verstand altijd gewoon te volgen, en als het niet goed voelt, dan 'past het gewoon niet bij mij'. Dat weet Hij het beste, dus soms betekent dat slikken en veranderen. Niet altijd fijn, niet altijd comfortabel. Maar uiteindelijk pluk je daar heel veel vruchten van, en óók je kinderen! Omdat zij leren hoe ze, op de momenten dat de Vader soms zegt dat het niet goed gaat, berouw kunnen tonen, kunnen omkeren, aanpassen en anders verder kunnen gaan,

En vergeet zeker niet wat ik in het begin over mezelf zei. Het is zo fijn dat er iemand naast je staat op zo'n moment. Bij mij is dat vaak mijn man, en uiteraard God. Voor mijn kinderen ben ik dat. Ik laat hen niet alleen, ook al ervaren ze even de consequentie van hun gedrag. Ze weten dat ik er voor hen ben en dat er altijd een moment is om samen door te gaan, verder te gaan op een nieuwe weg. Straks als ze zelf hun pas zullen gaan met God, zullen ze ook altijd weten dat Hij er voor hen is, en hen weer op weg helpt als het ergens mis gaat. Dat is pas vertrouwen!

woensdag 16 april 2014

(Digitale) media voor de kleintjes?

 Ze vinden hun weg naar binnen, die (digitale) media. Televisie is niet meer weg te denken, tablets liggen ook in miljoenen huishoudens en onze Smartphone hebben we altijd op zak, toch? Maar ondanks dat ons huis ook gevuld is met het een en ander, ben ik persoonlijk van mening dat al deze dingen zeker geen dagelijkse bezigheden hoeven zijn, zeker voor jonge kinderen. Voor oudere kinderen en volwassenen zijn er nog variaties in het aanbod en kunnen we ons digitaal ook nuttig maken. Een documentaire, contacten onderhouden, afspraken maken en daarbij soms een stukje ontspanning. Voor de jongsten thuis zijn er vrijwel alleen spelletjes en filmpjes. Beiden hebben leuke varianten, waar kinderen iets van leren wat hen ontspanning biedt. Maar daarnaast bieden deze dingen weinig variatie en uitdaging. Motorisch beperkt het zich tot vegen en tikken, en eventueel met een muis leren omgaan. Niet per se ontwikkelingsgebieden waar onze kinderen zich echt dagelijks in hoeven oefenen!
Neem bijvoorbeeld een spelletje Memory op de tablet. Men neme een kleuter en een tablet. De kleuter tikt maar raak, en het spel draait zelf de kaartjes om, draait ze zelf terug als het niet dezelfden zijn, juicht als het wel een setje is en intussen tikt de kleuter door en door op het schermpje, met nutteloos succes, omdat het spel uiteindelijk min of meer vanzelf gewonnen wordt.
Het oorspronkelijke spelletje Memory heeft juist zoveel ontwikkelingsgebieden! De fijne motoriek wordt gestimuleerd door kaartjes om te draaien, te pakken, en weer netjes neer te leggen. Het geheugen wordt geoefend, doordat de kaartjes onthouden moeten worden en de setjes bij elkaar gevonden moeten worden. Er moet geteld worden, want je mag steeds maar twee kaartjes omdraaien, en uiteindelijk mag je tellen hoeveel setjes je hebt. Daarbij komt nog het leren samenspelen: op je beurt wachten, winnen en verliezen, elkaar helpen of juist zelf proberen te winnen, en uiteindelijk netjes je spel opruimen. Al deze facetten van het spel vallen weg bij het digitaal spelen van Memory. Terwijl je toch zou zeggen, het is hetzelfde spel!

Ook de televisie is niet iets waar ik altijd van sta te springen. Natuurlijk, er zijn leuk educatieve programma's, zoals Koekeloere, Huisje Boompje Beestje of Nijntje, en daar zie ik ook echt de meerwaarde van in. Aan de andere kant is het een passieve manier van het aanbieden van informatie. Het kind zit en kijkt, en de informatie komt alleen naar hen toe door wat ze zien en horen. Terwijl kinderen zo ontzettend veel meer leren door het gebruiken van al hun zintuigen: horen, zien, ruiken, voelen, proeven. Ook het samen leren heeft een grote meerwaarde. Door ergens over te praten, vragen te stellen, samen antwoorden te zoeken, komt informatie op veel verschillende manieren naar een kind toe.
Thema lente, we zitten er midden in. Bloemen, vogeltjes, eitjes en jonge dieren. Als je de kinderen écht wilt betrekken bij het voorjaar, ga dan gewoon lekker naar buiten. Dat is namelijk iets wat wel in de dagelijkse bezigheden van een jong kind past! Buiten kun je vervolgens de lente voelen, ruiken, proeven, zien en horen, en beleeft een kind veel meer. Als je dan druk aan het koken bent en je peuters zijn moe en vol, dan is er altijd een leuk filmpje van Nijntje in het voorjaar, of Koekeloere tussen de tulpen. Het kan niet zoveel kwaad, zo af en toe, zolang we maar een echt leven blijven leven, met echte spelletjes, echte ontwikkeling, echte avonturen!

zaterdag 11 januari 2014

Leezun

Zolang als ik me kan herinneren ben ik gek op boeken. Vooral kinderboeken of romans vond ik (en vind ik) heerlijk om te lezen. Wegdromen bij de verhalen over iemand anders, je eigen plaatjes vormen in je hoofd. Een verfilming die je later ziet is nooit zo mooi als het boek zelf, ingekleurd met je eigen fantasie.

Sinds ik zelf kinderen heb, is de tijd voor lezen er flink bij in geschoten. Op vakantie lees ik gerust nog vijf boeken in 1,5 week, maar thuis neem ik er (te) weinig tijd voor. Maar de tijd die ik minder steek in het lezen van mijn eigen boeken, steek ik nu in het lezen voor en met mijn kinderen en gastkinderen. Hoe heerlijk is het om samen in een verhaal te duiken, stemmetjes te maken, de verbeelding te laten spreken en samen te speculeren over hoe het verhaal ooit nog goed zou kunnen aflopen.
Sifra heeft nog peutergeduld, maar met boekjes van Nijntje en Het Grote Verjaardagsboek van Dikkie Dik ('ikikkie' zoals zij het zegt) kun je haar altijd blij maken. Een echt lees-meisje, met een duidelijke eigen wil. Als ze even een ander boekje of verhaaltje in gedachten had, kun je maar beter stoppen, want ze blijft roepen en schreeuwen tot je stopt!
Julia is dol op de boeken van Annie M.G. Schmidt. Toen ze wat jonger was hebben we Jip en Janneke erg veel gelezen (tot vervelens toe), maar de laatste tijd hebben we ook een aantal dikkere boeken verslonden, zoals Pluk van de Petteflet en Otje. Ook hebben we laatst de boeken van Gitte Spee ontdekt. Ik had nooit van deze schrijfster gehoord, maar we hebben alle boeken over Aap en Mol al uit, en afgelopen week hebben we het eerste boek over Meneer Big gelezen, ook al zo leuk!

Julia begint inmiddels al redelijk zelf te lezen. Eerst waren het de plaatjesboekjes van Sifra waar ze de woordjes uit las, toen de eerste 'kleutermeeleesboekjes' zoals dat heet, en sinds kort lezen we samen echte kleine leesboekjes. Over Mus en Mol bijvoorbeeld, die samen rijmpjes maken. Heerlijk om te zien dat ze er zoveel plezier aan beleeft. Opeens is ook elke letter in haar wereld het lezen waard. 'S-a-t-i-n-t-o-u-c-h... Saatintaug?!?! Maahaam, wat staat hier op jouw zeep???' Ik ben van mening dat elk kind gestimuleerd mag/moet worden om op zijn/haar eigen tempo te leren lezen. Julia had hier al erg vroeg veel interesse in en ik heb dit alleen maar toegejuicht. Met wat aanpassingen op school is het niet ingewikkeld. Plezier in (leren) lezen staat bovenaan, niet de leeftijd of klas van een kind.

Maar wat eigenlijk het allerleukst blijft, is toch samen die voorleesboeken te pakken. Zeker bij dit weer, als het buiten niet gezellig is en om 17 uur het licht al aan moet, dan zijn we de bieb eeuwig dankbaar voor de oneindige stroom met boeken die we kunnen lezen. Want groot of klein, (voor)lezen is zo ontzettend fijn!

Vanmorgen hebben we Knofje gehaald, om deze week voor te lezen... Bijna uit... Heerlijk!

woensdag 4 december 2013

Zin in de Zomer!

Oh wat geniet ik de laatste weken! De kleuren, de grillen en de verscheidenheid in de herfst zullen me nooit vervelen. De bomen kiezen kleur. Sommigen nog groen, anderen al kaal, en daar tussenin de meest uiteenlopende kleuren, van roze en donkerrood tot knalgeel en diep oranje. Maar nu het december is, kiezen de meeste bomen toch langzamerhand echt voor kaler en kaler. Ze maken zich klaar, "voelen" het aankomen. Het wordt kouder, met een gure wind en 's ochtends roept mijn dochter dat er écht sneeuw ligt (eigenlijk was het rijp op het gras, maar ze wilde zo graag sneeuw...).

En dan komt er straks, na kerst en oud & nieuw, een periode van rust. De bomen zijn kaal, struiken houden zich gedeisd, winterse neerslag valt geruisloos in de nacht en 's ochtends staan we verrast te kijken naar die wondere witte wereld, in stilte. Vincent, mijn lieve man, vertelde wel eens over die ochtenden wanneer hij kranten liep. Als eerste door de sneeuw, die nog door niemand was plat gelopen. Heel bijzonder!
En dan langzaam, zo tegen het einde van februari, dan vindt er bijna net zo geruisloos een 'opstanding' plaats. De natuur en het leven rekt zich uit, komt weer tot leven, wordt wakker. Elk jaar weer probeer ik die eerste tekenen te vinden en steeds weer wordt ik verrast, ben ik te laat. Tegen de tijd dat ik die eerste knopjes zie, zie ik ze opeens overal! Binnen een mum van tijd staan er al sneeuwklokjes en krokussen boven de grond, is dat eerste begin al in volle hevigheid doorgebroken.

Deze week zag ik opeens de gelijkenis met de kruisiging en opstandig van Jezus. Hij ging een lijdensweg, een aftakeling. Hij werd steeds minder mens, legde Zijn leven langzaam af, was steeds minder herkenbaar. Er waren stormen en boosheid, waarmee hij steeds minder levend was. Uiteindelijk was daar stilte. Ik stel me zo voor dat de discipelen geen woord konden uitbrengen, niets wisten te zeggen wat kon troosten, geen idee hadden wat de volgende stap zou zijn. Misschien wachtten ze, in geloof, in vertrouwen. Misschien maakten ze zich zorgen, overpeinsden ze de jaren die waren geweest. Wat nu?

En terwijl niemand het doorhad, de mensen misschien zelfs nog sliepen, net zoals wij het begin van die 'opstanding' van de natuur altijd lijken te missen, zo stond Jezus op uit de dood. Datgene waar zoveel kracht, macht en autoriteit voor nodig was, was voor de zintuigen nauwelijks te horen of zien. Het was geen kabaal, geen machtsvertoon voor ons natuurlijke denken. Maar toen, stap voor stap, de vrouwen, en toen de andere discipelen, hoorden steeds meer mensen over wat er gebeurd was. Steeds duidelijker werd de bovennatuurlijke kracht duidelijk waarmee God Jezus uit de dood had doen opstaan.

Straks, als die bloemen écht opgekomen zijn, het warmer wordt, en steeds meer mensen zien wat Hij gedaan heeft en dat Hij leeft, dan wordt het pas zomer! Een heerlijke openbaring voor iedereen, elk schepsel zal zien dat Jezus leeft en dat God zoveel van ons houdt, zoveel, dat Hij Zijn Zoon voor ons gaf, zodat wij bij Hem mogen komen. Wat een prachtig vooruitzicht!! Ik heb écht zin in de zomer!!

dinsdag 3 september 2013

Eenheidsworst

De afgelopen weken heb ik veel gelezen, over onderwijs, begaafde kinderen, VVE, en over eenheidsworst. Het onderwijs in Nederland moet beter, daar is iedereen het over eens. Eigenlijk zou het niveau omhoog moeten, over de hele breedte. Peuters ontwikkelen niet snel genoeg voordat ze naar school gaan, kleuters moeten beter tellen en meer letters herkennen, groep 3-leerlingen leren niet goed genoeg lezen, een veel te groot aantal bovenbouw kinderen heeft dyslexie of een andere stoornis of psychisch probleem, op de middelbare school zakt het niveau van de opleidingen en er vallen heel veel studenten af na een paar maanden op een HBO of WO studie. Vergeleken met andere landen valt Nederland op, in negatieve zin, wat betreft het niveau van het onderwijs.

Waar we wel "goed" in zijn geworden met elkaar, is het opvangen van de achterblijvers. We hebben inmiddels steeds meer programma's en methodes om alle uitvallers aan alle kanten te ondersteunen om zoveel mogelijk in het normale onderwijssysteem mee te kunnen met leeftijdsgenoten. We hebben bijvoorbeeld VVE, Voorschoolse en Vroegschoolse Educatie, waardoor kinderen op een kinderdagverblijf, peuterspeelzaal of bij de gastouder al met een manier van onderwijs in aanraking komen en meer leren. Kleuren, seizoenen, tellen en woordenschat vergroten, noem het maar op, de peuters moeten bezig! Ook op de basisschool zijn er tig projecten en methodes voor de laagscorende leerlingen. Een IB'er op elke school, Remedial Teaching, blaadjes mee om thuis te kunnen oefenen en CITO-toetsen om te kijken of we wel allemaal netjes hetzelfde aan het leren zijn en dat allemaal kunnen. Een mooi streven! Want "gewoon" zijn, dat wil toch iedereen?

Zelf ben ik momenteel bezig me te verdiepen in die andere kant. De kant van meerbegaafdheid, uitdaging, extra lesstof, plusklassen en methodes voor hoogvliegers. Opeens komt bovenstaand verhaal ook op mij af, op een andere manier. Hoe krijgen we het zo ver, dat de hoogvliegers ook gewoon meedoen met de rest, zonder dat ze zich van binnen opvreten of thuis de boel kort en klein slaan? Hoe houden we ze onder controle en tevreden, zodat ze binnen gewoon onderwijs mee kunnen blijven doen? Ook dat vind ik echt een mooi streven, want het is handig als je kind op de buurtschool zit, fijn mee kan doen met de andere kinderen en zich gelukkig voelt in de klas. Maar lees gerust de eerste regels van mijn verhaal nog even. Het onderwijsniveau in Nederland daalt. We vangen de achterblijvers knap op, met veel inzet en motivatie kunnen veel meer kinderen nu naar 'normaal' basisonderwijs, maar waarom, waarom, waarom wordt die bovenste groep hoogvliegers niet tot in hun tenen uitgedaagd, nét als die laagvlieger die tot het uiterste gaat (in positieve zin) om op school mee te kunnen doen? Waarom kunnen we niet elk kind uitdagen, elk kind op z'n eigen niveau, elk kind op een heerlijke, intense, vrolijke manier motiveren om z'n best te doen, te leren wat hij kan, te ontdekken en nieuwsgierig te zijn? Waarom moeten we de groep die lager scoort zo motiveren, terwijl we de hoger scorende leerlingen proberen tevreden te houden met de grote groep, zoveel mogelijk hetzelfde aanbod, zoveel mogelijk binnen onze kaders van 'normaal'. Leonardo-scholen bijvoorbeeld, of plusklassen, zijn bijna vieze woorden. Doe niet zo uit de hoogte! Ze doen het toch prima op school?

Alle kinderen zijn van nature nieuwsgierig. Ik heb écht geen VVE programma nodig om de peuters bij mij thuis in de gastouderopvang enthousiast te maken voor wat geel en rood is, en of we tot 5 kunnen tellen. Want we genieten van de blauwe speeltuin, doen vier roze elastiekjes in onze haren of verven onze neuzen rood als we clowntje spelen. Soms zijn ze buiten, twee of drie samen, en ik ben er lekker even niet echt bij. Omdat ze dat zo heerlijk kunnen, ontdekken en nieuwsgierig zijn. Daar hebben ze mij niet bij nodig, en ook geen methodes. Dat zit in hun hart!

Waar we met elkaar aan moeten wennen, is het resultaat van het simpelweg blijven motiveren en stimuleren van de nieuwsgierigheid van elk kind als individu. Het resultaat is een samenleving van unieke mensen. Een samenleving waarin het ene kind met 4 jaar enthousiast zal worden van rood en blauw, waar het kind daarnaast uitrekent hoeveel 6 + 10 is. Een samenleving waarin het ene kind met gloeiende wangen van trots thuiskomt met een rapport met allemaal zessen, waar het andere kind baalt van een 9 en hoopt dat het de volgende keer beter lukt. Een samenleving waarin de ene tiener samen fietst met een buurmeisje, eindelijk naar de brugklas. De een wil later bejaarden verzorgen, net als bij haar oma. De ander droomt van een carrière in de politiek. De ander wil in een dierentuin werken, om kinderen te leren over dieren die uitsterven. De volgende wil het liefst naar het buitenland, verslaggever worden in oorlogsgebied. We hoeven niet allemaal HBO te doen, en 10 jaar later nog 'even' een Master er tussendoor. We kunnen volmaakt gelukkig zijn als vuilnisman of taxi chauffeur, of juist als hoofdcommandant in een groot flatgebouw met veel papierwerk. Het is allemaal goed, oké, geaccepteerd en normaal. Niet gelijk, wel gelijkwaardig!

Als we ons onderwijssysteem, onze kinderen, onze maatschappij, blijven inrichten op eenheidsworst, op 'als we allemaal maar hetzelfde kunnen bereiken', dan proberen we tevergeefs die potentiële tuinman op te schroeven tot een HBO student. Dan proberen we tevergeefs die potentiële wizkid om te toveren in een "gewone" gymnasium leerling. Want doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg, toch? Ik zou zeggen, wees maar jezelf, met jouw doelen, jouw talenten, jouw uitdagingen, jouw eindpunt. Dan kun je echt je eigen, unieke zelf zijn!

maandag 12 augustus 2013

M'n Stuff..

Wie mij leert kennen, zal ook mijn hond leren kennen. Haar naam? Stuffy!

Stuffy en ik, wij zijn een apart stel. Precies 13 jaar geleden, in het jaar 2000 om precies te zijn, was ik zelf bíjna 13 jaar oud. Al jarenlang hadden wij thuis een hond, een Golden Retriever genaamd Sasja. Een schat! Zij was toen, je raad het al, ook 13 jaar oud. We waren echte maatjes. Ik ben altijd al gek geweest met dieren, ik had altijd cavia's, een konijn, hamsters, en ook Sasja en ik waren een leuk duo. Maar die december van dat jaar vergeet ik niet snel meer. In mijn jeugdige onschuld ben ik altijd alleen maar trots geweest op de hoge leeftijd van die lieve lobbes, zonder me te realiseren dat er een keer een einde komt aan een hondenleven. Sasja werd vrij plotseling ziek, kreeg last van haar hart, en mijn ouders maakten de beste keuze voor haar: ze werd uit haar lijden verlost. Een bevriende dierenarts kwam bij ons thuis, en in de keuken bij ons thuis viel Sasja in slaap. Ze werd in haar grote, grijze, plastic mand gelegd en terwijl ik in een hoekje van de bank kroop, nam de dierenarts haar zachte, witte, wollige hondenlijf mee, dat lijf waar ik zo vaak op en tegenaan heb gelegen...

Met de levendige herinnering van Sasja nog in ons hoofd, wilden mijn ouders een paar maanden later toch een nieuwe hond. Het heeft me in die tijd wel moeite gekost, om mijn gedachten van Sasja af te houden, en te proberen om echt enthousiast mee te zoeken. Uiteindelijk vonden we een kleine advertentie in een regionaal krantje: "Te koop, twee kleine pups, zwart met wit vlekje, jack russel x teckel ruwhaar. Tel..." Zoiets was het. Op een zaterdagochtend gingen wij op weg naar Friesland en troffen we daar twee uiterst schattige, overwegend zwart ruwharige pups aan, een maand of 4 oud. We konden amper kiezen en we hebben zelfs de belofte van mijn moeder gekregen, dat als de andere pup niet snel verkocht zou zijn, we die ook nog op zouden halen. Maar eentje ging er in ieder geval mee. De leukste, die met het witte vlekje op haar borst. Op schoot ging ze mee in de auto, op weg naar haar nieuwe huis.

Eenmaal thuis was ze mijn troost, mijn hoop, het onderwerp van mijn gedachten, vulden mijn dagen met wie zij voor me was. Wat een eigenzinnig, eigenwijs, grappig hondje! Stuff en ik gingen samen op puppy cursus, waar we veel leerden. Of eigenlijk, ik leerde er veel, want Stuff is er nooit echt een gehoorzame hond van geworden. Het was leuk, maar de oren van een Teckel zijn nou eenmaal vaak slecht gemonteerd, en daarbij hebben zowel Jack Russels als Teckels een uitstekend vermogen om andere dingen interessanter te vinden dan hun roepende baas, bijvoorbeeld konijnen, andere honden, of poezen. Zo kwam het voor dat we tijdens de training voorbeeldig samenwerkten en Stuff op een simpel 'Kom maar!' als een razende op me af kwam sprinten, maar als we een rondje om de tennisbaan liepen was ze binnen 1 minuut verdwenen.. De tennisbaan op, of ergens onder de struiken een konijn op het spoor. En dan opeens waren die oren écht niet meer bruikbaar! Zelf was ik veel te goed van vertrouwen, en liet ik haar keer op keer lekker rennen... Hoe vaak ik haar niet heb gezocht...

Op een bepaalde manier leken Stuff en ik op elkaar in die tijd. Ons wat rommelige uiterlijk, weinig vrouwelijk, eigenwijs én een tikje naief, en we konden allebei slecht gehoorzamen ;)

Maar het is best goedgekomen, met ons beiden. Ik ben wat wijzer geworden, laat haar bijna nooit meer los (ach soms nog, stiekem, op het late avondrondje, Mevrouw ziet dan toch weinig meer om achteraan te gaan). Stuffy is een beetje doof aan het worden zo langzamerhand, en heeft wat minder energie om zich druk te maken over poezen en konijnen (ze deelt zelfs ons huis met onze poezen, met lichte tegenzin van beide kanten). Haar rommelige uiterlijk is helaas niet verbetert, ze is zo mogelijk nog... nou ja, hoe zeg je dat aardig... nog minder netjes dan toen. Over mijn uiterlijk, nou ja, dat laat ik in het midden ;)

En nu, 13 jaar later, is Stuff inmiddels bijna 13. Hoe oud ze zal worden? Zal ze ook 13 jaar oud worden? Of nog ouder? De tijd zal het leren. Ze is inmiddels wat dovig, maar verder best gezond. Ze rent nog wat, loopt braaf 4 keer per dag een rondje mee, en zit nog best in haar vel. We zullen het zien, maar tot die tijd geniet ik nog van haar, en zij van ons!