woensdag 4 december 2013

Zin in de Zomer!

Oh wat geniet ik de laatste weken! De kleuren, de grillen en de verscheidenheid in de herfst zullen me nooit vervelen. De bomen kiezen kleur. Sommigen nog groen, anderen al kaal, en daar tussenin de meest uiteenlopende kleuren, van roze en donkerrood tot knalgeel en diep oranje. Maar nu het december is, kiezen de meeste bomen toch langzamerhand echt voor kaler en kaler. Ze maken zich klaar, "voelen" het aankomen. Het wordt kouder, met een gure wind en 's ochtends roept mijn dochter dat er écht sneeuw ligt (eigenlijk was het rijp op het gras, maar ze wilde zo graag sneeuw...).

En dan komt er straks, na kerst en oud & nieuw, een periode van rust. De bomen zijn kaal, struiken houden zich gedeisd, winterse neerslag valt geruisloos in de nacht en 's ochtends staan we verrast te kijken naar die wondere witte wereld, in stilte. Vincent, mijn lieve man, vertelde wel eens over die ochtenden wanneer hij kranten liep. Als eerste door de sneeuw, die nog door niemand was plat gelopen. Heel bijzonder!
En dan langzaam, zo tegen het einde van februari, dan vindt er bijna net zo geruisloos een 'opstanding' plaats. De natuur en het leven rekt zich uit, komt weer tot leven, wordt wakker. Elk jaar weer probeer ik die eerste tekenen te vinden en steeds weer wordt ik verrast, ben ik te laat. Tegen de tijd dat ik die eerste knopjes zie, zie ik ze opeens overal! Binnen een mum van tijd staan er al sneeuwklokjes en krokussen boven de grond, is dat eerste begin al in volle hevigheid doorgebroken.

Deze week zag ik opeens de gelijkenis met de kruisiging en opstandig van Jezus. Hij ging een lijdensweg, een aftakeling. Hij werd steeds minder mens, legde Zijn leven langzaam af, was steeds minder herkenbaar. Er waren stormen en boosheid, waarmee hij steeds minder levend was. Uiteindelijk was daar stilte. Ik stel me zo voor dat de discipelen geen woord konden uitbrengen, niets wisten te zeggen wat kon troosten, geen idee hadden wat de volgende stap zou zijn. Misschien wachtten ze, in geloof, in vertrouwen. Misschien maakten ze zich zorgen, overpeinsden ze de jaren die waren geweest. Wat nu?

En terwijl niemand het doorhad, de mensen misschien zelfs nog sliepen, net zoals wij het begin van die 'opstanding' van de natuur altijd lijken te missen, zo stond Jezus op uit de dood. Datgene waar zoveel kracht, macht en autoriteit voor nodig was, was voor de zintuigen nauwelijks te horen of zien. Het was geen kabaal, geen machtsvertoon voor ons natuurlijke denken. Maar toen, stap voor stap, de vrouwen, en toen de andere discipelen, hoorden steeds meer mensen over wat er gebeurd was. Steeds duidelijker werd de bovennatuurlijke kracht duidelijk waarmee God Jezus uit de dood had doen opstaan.

Straks, als die bloemen écht opgekomen zijn, het warmer wordt, en steeds meer mensen zien wat Hij gedaan heeft en dat Hij leeft, dan wordt het pas zomer! Een heerlijke openbaring voor iedereen, elk schepsel zal zien dat Jezus leeft en dat God zoveel van ons houdt, zoveel, dat Hij Zijn Zoon voor ons gaf, zodat wij bij Hem mogen komen. Wat een prachtig vooruitzicht!! Ik heb écht zin in de zomer!!

dinsdag 3 september 2013

Eenheidsworst

De afgelopen weken heb ik veel gelezen, over onderwijs, begaafde kinderen, VVE, en over eenheidsworst. Het onderwijs in Nederland moet beter, daar is iedereen het over eens. Eigenlijk zou het niveau omhoog moeten, over de hele breedte. Peuters ontwikkelen niet snel genoeg voordat ze naar school gaan, kleuters moeten beter tellen en meer letters herkennen, groep 3-leerlingen leren niet goed genoeg lezen, een veel te groot aantal bovenbouw kinderen heeft dyslexie of een andere stoornis of psychisch probleem, op de middelbare school zakt het niveau van de opleidingen en er vallen heel veel studenten af na een paar maanden op een HBO of WO studie. Vergeleken met andere landen valt Nederland op, in negatieve zin, wat betreft het niveau van het onderwijs.

Waar we wel "goed" in zijn geworden met elkaar, is het opvangen van de achterblijvers. We hebben inmiddels steeds meer programma's en methodes om alle uitvallers aan alle kanten te ondersteunen om zoveel mogelijk in het normale onderwijssysteem mee te kunnen met leeftijdsgenoten. We hebben bijvoorbeeld VVE, Voorschoolse en Vroegschoolse Educatie, waardoor kinderen op een kinderdagverblijf, peuterspeelzaal of bij de gastouder al met een manier van onderwijs in aanraking komen en meer leren. Kleuren, seizoenen, tellen en woordenschat vergroten, noem het maar op, de peuters moeten bezig! Ook op de basisschool zijn er tig projecten en methodes voor de laagscorende leerlingen. Een IB'er op elke school, Remedial Teaching, blaadjes mee om thuis te kunnen oefenen en CITO-toetsen om te kijken of we wel allemaal netjes hetzelfde aan het leren zijn en dat allemaal kunnen. Een mooi streven! Want "gewoon" zijn, dat wil toch iedereen?

Zelf ben ik momenteel bezig me te verdiepen in die andere kant. De kant van meerbegaafdheid, uitdaging, extra lesstof, plusklassen en methodes voor hoogvliegers. Opeens komt bovenstaand verhaal ook op mij af, op een andere manier. Hoe krijgen we het zo ver, dat de hoogvliegers ook gewoon meedoen met de rest, zonder dat ze zich van binnen opvreten of thuis de boel kort en klein slaan? Hoe houden we ze onder controle en tevreden, zodat ze binnen gewoon onderwijs mee kunnen blijven doen? Ook dat vind ik echt een mooi streven, want het is handig als je kind op de buurtschool zit, fijn mee kan doen met de andere kinderen en zich gelukkig voelt in de klas. Maar lees gerust de eerste regels van mijn verhaal nog even. Het onderwijsniveau in Nederland daalt. We vangen de achterblijvers knap op, met veel inzet en motivatie kunnen veel meer kinderen nu naar 'normaal' basisonderwijs, maar waarom, waarom, waarom wordt die bovenste groep hoogvliegers niet tot in hun tenen uitgedaagd, nét als die laagvlieger die tot het uiterste gaat (in positieve zin) om op school mee te kunnen doen? Waarom kunnen we niet elk kind uitdagen, elk kind op z'n eigen niveau, elk kind op een heerlijke, intense, vrolijke manier motiveren om z'n best te doen, te leren wat hij kan, te ontdekken en nieuwsgierig te zijn? Waarom moeten we de groep die lager scoort zo motiveren, terwijl we de hoger scorende leerlingen proberen tevreden te houden met de grote groep, zoveel mogelijk hetzelfde aanbod, zoveel mogelijk binnen onze kaders van 'normaal'. Leonardo-scholen bijvoorbeeld, of plusklassen, zijn bijna vieze woorden. Doe niet zo uit de hoogte! Ze doen het toch prima op school?

Alle kinderen zijn van nature nieuwsgierig. Ik heb écht geen VVE programma nodig om de peuters bij mij thuis in de gastouderopvang enthousiast te maken voor wat geel en rood is, en of we tot 5 kunnen tellen. Want we genieten van de blauwe speeltuin, doen vier roze elastiekjes in onze haren of verven onze neuzen rood als we clowntje spelen. Soms zijn ze buiten, twee of drie samen, en ik ben er lekker even niet echt bij. Omdat ze dat zo heerlijk kunnen, ontdekken en nieuwsgierig zijn. Daar hebben ze mij niet bij nodig, en ook geen methodes. Dat zit in hun hart!

Waar we met elkaar aan moeten wennen, is het resultaat van het simpelweg blijven motiveren en stimuleren van de nieuwsgierigheid van elk kind als individu. Het resultaat is een samenleving van unieke mensen. Een samenleving waarin het ene kind met 4 jaar enthousiast zal worden van rood en blauw, waar het kind daarnaast uitrekent hoeveel 6 + 10 is. Een samenleving waarin het ene kind met gloeiende wangen van trots thuiskomt met een rapport met allemaal zessen, waar het andere kind baalt van een 9 en hoopt dat het de volgende keer beter lukt. Een samenleving waarin de ene tiener samen fietst met een buurmeisje, eindelijk naar de brugklas. De een wil later bejaarden verzorgen, net als bij haar oma. De ander droomt van een carrière in de politiek. De ander wil in een dierentuin werken, om kinderen te leren over dieren die uitsterven. De volgende wil het liefst naar het buitenland, verslaggever worden in oorlogsgebied. We hoeven niet allemaal HBO te doen, en 10 jaar later nog 'even' een Master er tussendoor. We kunnen volmaakt gelukkig zijn als vuilnisman of taxi chauffeur, of juist als hoofdcommandant in een groot flatgebouw met veel papierwerk. Het is allemaal goed, oké, geaccepteerd en normaal. Niet gelijk, wel gelijkwaardig!

Als we ons onderwijssysteem, onze kinderen, onze maatschappij, blijven inrichten op eenheidsworst, op 'als we allemaal maar hetzelfde kunnen bereiken', dan proberen we tevergeefs die potentiële tuinman op te schroeven tot een HBO student. Dan proberen we tevergeefs die potentiële wizkid om te toveren in een "gewone" gymnasium leerling. Want doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg, toch? Ik zou zeggen, wees maar jezelf, met jouw doelen, jouw talenten, jouw uitdagingen, jouw eindpunt. Dan kun je echt je eigen, unieke zelf zijn!

maandag 12 augustus 2013

M'n Stuff..

Wie mij leert kennen, zal ook mijn hond leren kennen. Haar naam? Stuffy!

Stuffy en ik, wij zijn een apart stel. Precies 13 jaar geleden, in het jaar 2000 om precies te zijn, was ik zelf bíjna 13 jaar oud. Al jarenlang hadden wij thuis een hond, een Golden Retriever genaamd Sasja. Een schat! Zij was toen, je raad het al, ook 13 jaar oud. We waren echte maatjes. Ik ben altijd al gek geweest met dieren, ik had altijd cavia's, een konijn, hamsters, en ook Sasja en ik waren een leuk duo. Maar die december van dat jaar vergeet ik niet snel meer. In mijn jeugdige onschuld ben ik altijd alleen maar trots geweest op de hoge leeftijd van die lieve lobbes, zonder me te realiseren dat er een keer een einde komt aan een hondenleven. Sasja werd vrij plotseling ziek, kreeg last van haar hart, en mijn ouders maakten de beste keuze voor haar: ze werd uit haar lijden verlost. Een bevriende dierenarts kwam bij ons thuis, en in de keuken bij ons thuis viel Sasja in slaap. Ze werd in haar grote, grijze, plastic mand gelegd en terwijl ik in een hoekje van de bank kroop, nam de dierenarts haar zachte, witte, wollige hondenlijf mee, dat lijf waar ik zo vaak op en tegenaan heb gelegen...

Met de levendige herinnering van Sasja nog in ons hoofd, wilden mijn ouders een paar maanden later toch een nieuwe hond. Het heeft me in die tijd wel moeite gekost, om mijn gedachten van Sasja af te houden, en te proberen om echt enthousiast mee te zoeken. Uiteindelijk vonden we een kleine advertentie in een regionaal krantje: "Te koop, twee kleine pups, zwart met wit vlekje, jack russel x teckel ruwhaar. Tel..." Zoiets was het. Op een zaterdagochtend gingen wij op weg naar Friesland en troffen we daar twee uiterst schattige, overwegend zwart ruwharige pups aan, een maand of 4 oud. We konden amper kiezen en we hebben zelfs de belofte van mijn moeder gekregen, dat als de andere pup niet snel verkocht zou zijn, we die ook nog op zouden halen. Maar eentje ging er in ieder geval mee. De leukste, die met het witte vlekje op haar borst. Op schoot ging ze mee in de auto, op weg naar haar nieuwe huis.

Eenmaal thuis was ze mijn troost, mijn hoop, het onderwerp van mijn gedachten, vulden mijn dagen met wie zij voor me was. Wat een eigenzinnig, eigenwijs, grappig hondje! Stuff en ik gingen samen op puppy cursus, waar we veel leerden. Of eigenlijk, ik leerde er veel, want Stuff is er nooit echt een gehoorzame hond van geworden. Het was leuk, maar de oren van een Teckel zijn nou eenmaal vaak slecht gemonteerd, en daarbij hebben zowel Jack Russels als Teckels een uitstekend vermogen om andere dingen interessanter te vinden dan hun roepende baas, bijvoorbeeld konijnen, andere honden, of poezen. Zo kwam het voor dat we tijdens de training voorbeeldig samenwerkten en Stuff op een simpel 'Kom maar!' als een razende op me af kwam sprinten, maar als we een rondje om de tennisbaan liepen was ze binnen 1 minuut verdwenen.. De tennisbaan op, of ergens onder de struiken een konijn op het spoor. En dan opeens waren die oren écht niet meer bruikbaar! Zelf was ik veel te goed van vertrouwen, en liet ik haar keer op keer lekker rennen... Hoe vaak ik haar niet heb gezocht...

Op een bepaalde manier leken Stuff en ik op elkaar in die tijd. Ons wat rommelige uiterlijk, weinig vrouwelijk, eigenwijs én een tikje naief, en we konden allebei slecht gehoorzamen ;)

Maar het is best goedgekomen, met ons beiden. Ik ben wat wijzer geworden, laat haar bijna nooit meer los (ach soms nog, stiekem, op het late avondrondje, Mevrouw ziet dan toch weinig meer om achteraan te gaan). Stuffy is een beetje doof aan het worden zo langzamerhand, en heeft wat minder energie om zich druk te maken over poezen en konijnen (ze deelt zelfs ons huis met onze poezen, met lichte tegenzin van beide kanten). Haar rommelige uiterlijk is helaas niet verbetert, ze is zo mogelijk nog... nou ja, hoe zeg je dat aardig... nog minder netjes dan toen. Over mijn uiterlijk, nou ja, dat laat ik in het midden ;)

En nu, 13 jaar later, is Stuff inmiddels bijna 13. Hoe oud ze zal worden? Zal ze ook 13 jaar oud worden? Of nog ouder? De tijd zal het leren. Ze is inmiddels wat dovig, maar verder best gezond. Ze rent nog wat, loopt braaf 4 keer per dag een rondje mee, en zit nog best in haar vel. We zullen het zien, maar tot die tijd geniet ik nog van haar, en zij van ons!


vrijdag 26 april 2013

Manduca-extention!

Afgelopen jaar heeft mijn oudste dochter (inmiddels ruim 3,5) nog onverminderd plezier gehad van de Manduca, en wij ook met haar! Ze is niet zo zwaar (nog geen 14 kilo), en het is met een ergonomische drager heel prettig om te dragen, ook met een zwaarder/groter/ouder kindje. Er zijn verschillende peuterdragers en zelfs kleuterdragers op de markt, maar eerlijk gezegd zijn we dol op de Manduca en vonden we het ook een beetje duur om een nieuwe drager te kopen voor het jaartje dat ze er misschien nog in zat. Dat denken we ook al een jaar ongeveer, en nog steeds, want mevrouw vindt het nog prima, maar ze wordt wel steeds langer...

Qua ruglengte is dat geen probleem, het rugpand komt nog tot ongeveer 3 cm onder haar nek, dus dat is prima. Haar benen daarentegen... Het voordeel van een ergonomische drager is juist dat de benen tot in de knieholtes goed worden ondersteunt, maar dat was al een poosje niet meer zo. Ze klaagde er niet over, maar het zag er niet comfortabel uit. Tot ik laatst voor een ander merk drager dit tegenkwam. Zoals je ziet is het een soort extra stukje stof met een knoopje en een lusje, om juist het onderste gedeelte wat de benen/knieholtes ondersteunt te verbreden. Ideaal leek me dat! Maar die prijs... Nou ja, voor 2 extra tientjes kan ik op marktplaats een hele nieuwe drager kopen! Dus dat vond ik wat overdreven. Dat moet ik ook zelf kunnen, dacht ik!

Ik heb eerst opgemeten hoe groot het stukje stof moest zijn. Hoe breed moet de onderkant worden voor haar knieën (in dit geval heb ik 5 cm gedaan), hoe hoog moet het worden (de kant die tegen de drager aan zit is recht), hoe breed moet het aan de bovenkant zijn om er een bandje/lusje aan te maken, en dan de andere zijkant die schuin naar beneden moet lopen, van het lusje naar de breedste kant onderaan. Dit heb ik uitgetekend en op de stof gespeld. Ik heb een oude spijkerbroek gebruikt voor de stof, maar ik denk dat elke stevige stof prima zou werken. Ik heb 4 stukjes stof geknipt (voor beide kanten, een voor- en achterkant), daarbij twee lapjes om onderaan om de heupband te vouwen om hem vast te maken (breedt = de breedte van je kniestuk, lengte = ruim om je heupband heen met 4/5 cm overlap, en vergeet de zoom niet). Dat lapje heb ik niet dubbel gedaan, gewoon enkele stof met een zoompje. Het lusje voor bovenaan moet je even goed afmeten. Ik had eerst bedacht om er een drukknoop of iets dergelijks in te zetten (dat heeft de originele ook), maar mijn Manduca heeft een clip om de schouderband los te maken, net 10 cm van dat bandje af waar je hem aan vast wilt maken. Handig! Dus ik heb er gewon een lus van gemaakt en door de schouderband los te maken, kun je hem er af halen! Je moet dan dus wel vast even goed afmeten dat het lusje niet te lang is en waar hij precies vast moet komen te zitten (en rekening houden met de zoom). Voor het band heb ik hetzelfde band gebruikt als wat de Manduca ook heeft, van dat zwarte (geen idee hoe het officieel heet).

Nadat ik alle lapjes had uitgeknipt, heb ik de kniestukken op elkaar gespeld met het bandje (voor bovenaan) er tussen. In deze volgorde: eerste lapje met de goede kant boven, lusje (met de lus naar binnen, straks draai je hem binnenstebuiten), tweede lapje met de goede kant naar onderen. Dan alles vastspelden en 3 kanten vastnaaien. De onderkant heb ik op het laatst gedaan, zonder naar binnen te vouwen. Ik heb het netjes op elkaar geduwd, ook het zwarte lusje (die heb ik lang gelaten voor wat meer stevigheid), en netjes recht afgeknipt. Dat heb ik vervolgens gezigzagd met een fijne zigzag. Hetzelfde heb ik gedaan met de kniestukken van de andere kant.
De bandjes voor om de heupband heb ik eerst op zichzelf gezoomd, gewoon een simpel dun randje. Vervolgens heb ik alles even om de Manduca heen gelegd om te zien hoe de bandjes netjes op elkaar kwamen, met het klittenband uiteindelijk aan de buitenkant. Toen heb ik de kniestukken er op gespeld, precies op de plek waar ze het best konden komen. Dat heb ik nog flink 2 keer goed vastgezet, zowel door de 2 lagen stof van het kniestuk, als het bandje (dubbel) en de laag stof van het bandje om de heupband. 3 lagen stof en 2 bandjes dus!!! Zorg dus voor een goede naaimachine ;) Die van mijn moeder had er gelukkig weinig problemen mee.

Mijn moeder heeft als laatste de klittenband er op gemaakt, we hadden niet meer zoveel tijd en zij is een stuk sneller met de naaimachine. Ze heeft eerst 2 streepjes klittenband op de ene kant van het bandje gemaakt, toen het andere stukje klittenband er op geplakt, bandje dicht gevouwen zoals het moet komen uiteindelijk, en toen het klittenband en het bandje in 1 keer er af gehaald en op die plek gauw vastgemaakt. Volgens mij ook met een zigzag steek.

En toen... was het klaar! Julia wilde niet zo heel graag uitproberen of het goed zat vanmorgen, maar uiteindelijk wilde ze wel heel even, en het zit perfect! Ik heb het zitvlak van 35 cm naar 45 verbreed en zodoende is hij bijna net zo breed als bijvoorbeeld een Tula Toddler peuterdrager! Nu kunnen we weer even vooruit :) Hoe vinden jullie trouwens mijn nieuwe Zip In? Helemaal hip, vond ik! Gekregen van een lief vriendinnetje :)

p.s. verbeterpunten voor mezelf: de bovenkant mag smaller, net zo smal als het bandje eigenlijk, nu is het onnodig breed. Oja, en ik wilde het eigenlijk vullen met een klein beetje foam padding ofzo, voor een beetje extra comfort. De hoekjes van de Manduca zijn ook gevuld. Maar vergeten... ;)

zaterdag 13 april 2013

Een haat/liefde-verhouding: borstvoeding en ik...

Allereerst een HOERAAA!! Want ik ben officieel een 'langvoeder', nu mijn jongste dochter Sifra 1 jaar is, en ik dus al 1 jaar volledig borstvoeding geef. In totaal, met de maanden die ik Julia heb gevoed, heb ik al meer dan 1,5 jaar borstvoeding gegeven. Daarbij kan ik zeggen dat de voedingen die ik daarvan niet zelf gegeven heb waarschijnlijk op 4 handen te tellen zijn. Bij allebei! Dus daar ben ik wel trots op, mijn meiden groei(d)en op mijn melk!

Maar daar zit uiteraard een keerzijde aan... Ik ben 's nachts altijd het bokje (en nee, ze slaapt nog niet door helaas...), ik kan niet te lang weg, voedingsbeha's zijn écht lelijk (zelfs de mooie, of ze zijn schreeuwend duur), ik moet mijn kleding aanpassen óf meerdere keren per dag half uitgekleed zitten voeden (en jurkjes zijn dus écht niet handig...). De afhankelijkheid die de borstvoeding geeft is een prachtig ding, maar soms kan het wel eens benauwen. Daarbij heeft Sifra wat last van koemelk, dus ik ben inmiddels ook al bijna een jaar op een koemelkvrij dieet. Oja, en er was ooit iets met flesjes waar ze niet uit drinken, maar aangezien ik die niet per se hard nodig heb, ben ik dat maar snel vergeten ;) Ze drinkt nu gewoon ook lekker uit een tuitbeker!

Ik krijg wel eens de vraag waarom ik niet eindelijk eens stop. Waarom nog dat dieet, ze kan toch nu wel zonder borstvoeding, je bent er zo moe/zat van (dat klopt aardig bij tijd en wijle), wat doe je moeilijk, het is toch niet meer nodig, et cetera. Maar daar komt dan de liefde naar boven, de liefde voor de borstvoeding...

Want, zeg nou zelf, wat een complex, bijzonder, goddelijk, inspirerend fenomeen is borstvoeding toch eigenlijk. Een moeder maakt, na de geboorte van een kind, min of meer automatisch borstvoeding aan. Met een beetje hulp (goede informatie en ondersteuning) komt er binnen een paar weken een goede export op gang van kwalitatief zeer hoogwaardige voeding, perfect afgestemd op je baby, zowel inhoudelijk als in hoeveelheid. Het aanbod wordt geheel afgestemd op de vraag, dus bij gebrek is het alleen zaak om de vraag duidelijk te maken aan de producent (meer aanleggen), en de producent zal zonder moeite meer gaan aanmaken, zodat het aanbod op peil blijft. De moeder kan haar kindje zonder problemen overal mee naartoe nemen, en overal op verzoek lekkere, warme voeding aanbieden. Voeding die zo bijzonder is dat namaken tot nu toe nog niet in de buurt komt van het echte werk.

En daarbij nog een paar extra voordelen: het niet geven van borstvoeding (voor moeders) én het niet krijgen van borstvoeding (voor baby's) verhoogt het risico op borstkanker, ovariumkanker en baarmoederkanker, het beschermt de baby tegen het ontwikkelen van de ziekte van Crohn, het verkleint het risico op astma voor de baby, beschermt tegen buikgriep en diarree, verkleint de kans op jeugdreuma, verminder de kans op osteoporose (voor de moeder), helpt bij het rijpen van het spijsverteringskanaal, verhoogt de effectiviteit van vaccinaties, verkleint de kans op gaatjes in de tanden van de baby, verkleint de kans op eczeem voor de baby, vermindert de kans op liesbreuken, is handig in vele opzichten (warm, dichtbij, goedkoop, minder verpakkingsmateriaal om weg te gooien, handig voor oogontstekingen). En daarbij zit het in een mooie verpakking!

Oftewel... ja, er zijn minder leuke kanten. Minder handige kanten. Momenten waarop ik écht geen zin meer heb. Maar al die voordelen? Al die leuke momenten aan de borst, al die voordelen van het voeden... Ach, we gaan nog maar even door, zolang het goed gaat en mijn meisje het ook nog fijn vindt!

maandag 8 april 2013

Een thuis voor je kind

Als gastouder weet ik aardig hoe het in de kinderopvang reilt en zeilt. Het is op een bepaalde manier een noodzakelijk kwaad dat ouders, tijdens de jonge ontwikkeling van hun kind, beiden moeten werken om in hun levensonderhoud te voorzien, terwijl ze iemand anders betalen om voor hun kind te zorgen. Een beetje krom, en ondanks dat het voor het kind vaak gezellig en veilig is bij een gastouder/oppas/kinderdagverblijf, betekend dat niet dat het kind daar op de beste plek is.

Ik las vanmorgen op Twitter een reactie van iemand op de nieuwe initiatieven met betrekking tot ouders die op elkaars kinderen passen. Het fenomeen komt steeds vaker voor, waarbij 1 of 2 dagdelen per week wordt opgepast op de kinderen van iemand anders, en jouw eigen kinderen ook 1 of 2 dagdelen per week kunnen worden opgevangen door de ouders van de andere kinderen. Ideaal! Maar, zo luidde de reactie, dit kon toch niet goed zijn, want 'de kinderopvang is meer dan alleen opvang voor het kind'. En deels ben ik het daar uiteraard mee eens. Als het alleen opvang zou betekenen, dan kon ik de hele dag op mijn bank blijven zitten, zette ik de kinderen 3 keer per dag in hun stoel en schoof wat eten naar binnen en verschoonde ik hier en daar een luier. Op die manier kan ik er wel 10 tegelijkertijd opvangen! Maar nee, we spelen samen, we letten op de ontwikkeling van het kind en we proberen met behulp van thema's de kinderen het een en ander bij te brengen, zodat ze klaar zijn om naar school te gaan met een jaar of 4. Ook hebben we een signalerende functie, zodat er snel kan worden ingegrepen als er ergens iets niet helemaal goed lijkt te gaan.

Maar in die functie voel ik mij persoonlijk niet veel meer dan 'oplettende ouder', of in dat geval 'oplettende gastouder'. Mijn eigen kinderen gaan mee in deze manier van opvoeden. Ik ben oplettend, open, duidelijk en consequent, en in alles probeer ik samen met de kinderen zoveel mogelijk te leren over de dingen die er in en om het huis gebeuren. Ik denk dat de meeste ouders dit ook thuis zullen doen! Misschien op een iets minder uitgesproken mening, maar voor de meeste kinderen zal dit genoeg zijn om zonder moeite te beginnen op de basisschool.
En als dat zo is, wat is dan de beste plek voor kinderen om op te groeien? Persoonlijk denk ik, de beste plek is thuis. Bij je eigen vertrouwde papa en mama, in je eigen omgeving, om vanuit dat vertrouwen de wereld te gaan ontdekken. Vanaf een jaar of 1 is het prachtig om hier en daar juist ook nieuwe contacten op te doen, soms ergens te blijven waar papa en mama niet zijn, contacten aan te gaan met andere kinderen en te leren omgaan met deze nieuwe situaties en relaties. Dan zal het belang van opvang langzaam verschuiven van 100% belang van de ouders, naar uiteindelijk ook deels het belang van het kind. Natuurlijk is het voor kinderen prettig om voor de basisschool ook geleerd te hebben om met andere situaties en andere kinderen te spelen. Maar is dat voor een baby van 3 maanden op een enkele manier van belang? Nee, ik denk het niet. Baby's hebben behoefte aan rust en vertrouwen. Is de opvang daarom verkeerd? Nee hoor, helemaal niet. Maar het belang ligt op dat moment bij de ouders, en niet bij het kind.

Als kinderopvang/gastouderopvang moeten we onszelf niet te hoog neerzetten. We doen het goed en we zijn betrouwbaar, maar we zijn voor kinderen zeker niet belangrijker dan de dagen in de week die ze thuis zijn bij papa en mama. Het belang ligt zeker in de eerste 2 jaar voor het grootste deel bij de ouders, en hoewel dat niet altijd verkeerd is, moeten we niet vergeten dat ouders in de eerste plaats de opvoeders zijn van hun kinderen, en die rol moeten we zeker niet grotendeels in de schoenen schuiven van gastouders en pedagogisch medewerkers! Zij doen hun deel, en papa's en mama's hebben hun eigen verantwoordelijkheid!

zaterdag 23 februari 2013

Wat ga je later worden?

Wat wil je later worden? Een vraag die we allemaal vroeger beantwoord hebben, voor anderen of voor onszelf. Als ouder kijk je ook wel eens naar je kind. Hoe zal ze later zijn? Wat voor beroep zal ze gaan doen? Maar misschien nog wel belangrijker, wat voor persoon zal ze zijn? Zal ze worden zoals God haar bedoeld heeft, in het plan wat Hij voor haar heeft? Daar gaan we voor!

In de opvoeding zijn we daar ook mee bezig. De Bijbel geeft ons richtlijnen, over hoe een vader zijn zoon disciplineert, hoe een moeder haar gezin onderhoudt en verzorgt. We geven een voorbeeld en sturen onze kinderen. Er zijn stromingen en meningen van mensen die zeggen dat we kinderen zelf moeten laten beslissen, de eigen mening van kinderen hoog achten, kinderen volgen, hen zelf laten kiezen welke kant ze op willen. De Bijbel zegt daar iets over: 'Dwaasheid is in het hart der jongen gebonden.' (Spreuken 22:15). Kinderen zijn van nature geneigd om hun eigen "vlees" te volgen (zeg maar, hun gevoel, emotie, hun 'ikkie'). Ze doen wat hen zelf goed dunkt, wat voor hen prettig voelt. Natuurlijk, een kind van 2 is geen kind van 7 en daar zal verschil in zitten! Maar als je een kind altijd maar volgt en hem laat kiezen, dan wil hij altijd chocopasta op brood (geen kaas!), liefst veel tv kijken (niet rustig zelfstandig even spelen in de box), op school het liefst zijn lievelingsvak doen (en liever geen sommen die moeilijk zijn). Kinderen zijn niet van nature geneigd om wijze, juiste beslissingen te maken. Zelfs mijn zeer pientere dame van 3,5 doet dat niet! Ze kan dan wel woordjes lezen en kleine sommetjes maken, maar als ik haar vraag of ze al naar bed wil, dan wil ze meestal niet! Terwijl dat wel een wijze beslissing zou zijn.

Wat moeten we doen? We moeten ze de weg wijzen! Niet op een nare manier, maar omdat we de verantwoordelijkheid hebben om van onze kostbare schatten een succes te maken. God heeft een plan voor onze kinderen, een perfect plan, en het kan alleen tot stand komen als wij hen leiden naar dat plan. Wat God allereerst van onze kinderen vraagt is leren om te luisteren naar een persoon met autoriteit. Dat klinkt naar, maar God is onze autoriteit. Als we Hem willen volgen, moeten we doen wat Hij zegt. Dat betekend, als we onze kinderen dat willen leren, dan zullen ze eerst moeten leren om naar ons als ouders te luisteren. Vraag je je kind iets? Verwacht dan een reactie! Vraag je hem iets te doen? Leer je kind om te zeggen 'oké mama' of 'is goed mama' (of papa!) en te doen wat wordt gevraagd. Als God later vraagt aan je kind om iets te doen, wil je ook niet dat ze antwoord met 'Nouuhouu, God! Laaaat me nou nog éven!!!' Natuurlijk niet, je wilt dat je kind kan luisteren wanneer dat moet! Zelfs als het gaat om natuurlijke autoriteit is het van groot belang om te leren luisteren naar een ander. Op je werk of school moet je je tenslotte ook onderwerpen aan de beslissingen van anderen. Natuurlijk mogen we voor onszelf opkomen en praten over dingen, maar roddel, zeuren, mopperen, klagen, of opstandig gedrag vertonen tegen een meerdere, dat wordt ook in de wereld om ons heen meestal niet op prijs gesteld!

Leer je kind om te luisteren naar anderen. Dat is niet hetzelfde als monddood. Dat is niet hetzelfde als een minderwaardigheidscomplex. Het betekent dat je uit eigen vrije wil kunt kiezen om te doen wat een ander denkt dat het beste voor je is. Als je dat kunt, als je nederig kunt zijn, dan heb je een hele grote stap gezet op weg naar Gods plan voor je leven!

donderdag 31 januari 2013

De jeugd van tegenwoordig...

Vandaag kwamen mij twee termen ter ore waar ik even bij stil moet staan...

Eerst las ik de Wij Jonge Ouders, een blad voor (duh!) jonge ouders, wat je gratis kunt krijgen in het eerste jaar van je baby. Een leuk blaadje, een tikje oppervlakkig (met erg veel reclame van Prenatal, en de Wij boekenclub), maar wel grappig om door te bladeren. Hier las ik de vraag 'Bestaat er ook een dreumes-puberteit?' Ja hoor, dacht ik, daar gaan we! Eigenlijk is de puberteit zelf al een soort acceptatie van onacceptabel gedrag van een tiener. Natuurlijk begrijp ik wel dat het een periode is waarin kinderen zichzelf leren zijn, veel ontdekken, waarin er veel verandert, maar ik ben er van overtuigd dat het niet hoeft te betekenen dat je het contact met je kinderen verliest of hen niet meer kunt leren wat wel en niet gewenst gedrag is. De puberteit hoeft geen reden te zijn om ze dan maar te laten doen en laten wat ze willen! Het zelfde geldt voor de peuterpuberteit, wie heeft dat bedacht? Ja, peuters van een jaar of 2/3 hebben een eigen wil, die ze leren kennen en gaan uitproberen, maar door er zo'n algemeen geaccepteerd label aan te hangen laten we het maar gaan, onder het mom van 'het is een fase!' Als je er niets mee doet, is het geen fase. Dan blijven kinderen de grens opzoeken, omdat ze geen duidelijke kaders aangereikt krijgen om zich aan vast te houden. Een grenzeloze opvoeding is voor kinderen echt niet leuk! In tegendeel, ze leren nooit dat ze kunnen vertrouwen op hun ouders. Want grenzen, kaders waar binnen ruimte is om je te ontwikkelen, die je veiligheid bieden, zijn er voor de bescherming van je kinderen. Die hebben ze nodig! Dus doe je kind een plezier, en neem niet ook nog een term als dreumes-puberteit in de mond om je achter te verschuilen. Een kind heeft jou nodig, als ouder, om grenzen neer te zetten!! Zie het als iets wat goed voor hen is, wat ze duidelijkheid en vertrouwen geeft.

De tweede term die ik tegenkwam was de term tijgermoeders (http://altijdwat.ncrv.nl/nieuwsblogs/tijgeropvoeding-helemaal-zo-gek-nog-niet). In onze samenleving worden veel kinderen opgevoed met de overtuiging dat ze vooral veel moeten leren om eigen keuzes te maken, vertrouwen op je hart, je passie volgen, zelf bedenken wat je wilt. En daar zitten positieve en negatieve kanten aan! Over de andere kant van opvoeden heeft Amy Chua een boek geschreven, genaamd 'Strijdlied van een tijgermoeder' (Battle Hymn of the Tiger Mother). Zij heeft haar kinderen heel erg streng opgevoed, heel heel streng (lees: dagelijks uren viool spelen, hoge cijfers eisen, etc), maar ik begrijp het punt wel wat ze wil maken (ook zij sloeg te ver door en kwam hier wel van terug, dit is in het boek ook te lezen). Wat ik hier vooral uit kan halen is dat we als ouders niet alleen moeten denken dat je gelukkige kinderen krijgt door hen te laten doen wat zij willen. Zoals ze zegt: 'Als je kinderen van 8 laat kiezen wat ze het liefst doen, dan doen ze de hele dag games en eten snoep.' Kinderen maken niet van nature de goede keuzes. Kinderen hebben niet in hun hart alleen maar geweldige passie voor iets waar ze uiteindelijk heel gelukkig en succesvol van worden. We weten dat uit de Bijbel, dat kinderen van nature 'dwaas' zijn, oftewel, ze doen gewoon domme dingen. Daarom worden we allemaal geboren met een papa en een mama, om ons te leren wat de goede weg is om te gaan! Kinderen hebben leiding nodig, duidelijkheid, structuur. Dat kan er voor elk kind wel weer anders uit zien, want elk kind is uniek. Daarom zijn we als ouders ook niet star, maar flexibel en open. Maar flexibel betekent niet dat we ons laten ompraten, altijd maar in discussie gaan, en onze kinderen zelf 9 van de 10 keuzes laten maken!

We kunnen zeggen dat de problemen die in de puberteit ontstaan, al te voorkomen zijn door een goede opvoeding vanaf de eerste jaren. Zo leert Julia nu al hele concrete dingen over hoe ze zich moet gedragen. Bijna alle kinderen leren dat als ze iets krijgen, dat ze 'dank je wel' moeten zeggen. Maar doen ze dat uiteindelijk ook nog als ze 15 zijn? Of hebben we het ergens langs het paadje laten liggen? Wij leren onze kinderen nog meer dingen heel bewust aan. Zeuren? Dat mag bij ons niet. We maken afspraken, en daar houden we ons aan (kinderen en ouders!). Als mama zegt dat je iets moet doen, dan zeg je 'Oké mama' en dan doe je het! Natuurlijk mag je daarna vragen waarom dat precies is (haha, daar komen we ook echt niet onderuit met onze kletskous). Maar als ik vraag of ze even kan opruimen, dan hoeft daar niet eerst een 'waarom?' te volgen. Soms moeten dingen nu eenmaal! Bij Julia werkt het heel goed om een tijd met haar af te spreken. We zetten samen een wekker en daarna gaat het gebeuren (soms een wekker om op te ruimen of naar bed te gaan, soms een wekker om lekker aan tafel te komen kleuren). Elk kind heeft zo z'n eigen knopjes, maar maakt duidelijke afspraken en word niet heen en weer geslingerd door het eigen willetje van je dreumes/peuter/kind/puber! De vraag 'Ahhhh, toe????' wordt elke keer weer gesteld om jou te testen: doe jij echt wat je zegt? Wees betrouwbaar voor je kind, en hou je aan je woord!

En naast alle afspraken, regels, duidelijkheid, kaders, structuur, daarnaast is er een heleboel geduld. Geduld om uit te leggen, geduld om relatie op te bouwen tussen ouder en kind, geduld om te corrigeren, geduld om afspraken te maken vóóraf aan de situatie die misschien wat moeilijk zal zijn, et cetera. Toevallig net nog, kom ik voor de 6e keer boven bij Julia's bed, en vraagt ze me 'Mama, waarom moeten we eigenlijk slapen?' Ach, toen ben ik maar even gaan zitten en heb nog een gezellig verhaaltje over hersentjes verteld. Gelukkig weet ik dat dat bij haar de beste manier is om haar in slaap te krijgen: nog even rustig bij haar zitten, wat kletsen, en dan met die rust in slaap vallen. Zo ken je ook je kind, en kun je daar op inspelen!!